De veehouderijsectoren krijgen te maken met een verlaging van de mestproductieplafonds. Ook de administratieve last verhoogd worden door invoering van extra voorwaarden op o.a. registratie van gebruik van mineralen. Hoewel nog verschillende onderdelen hiervan ingevuld moeten worden, is in ieder geval duidelijk dat dit verstrekkende gevolgen met zich meebrengt.
- Aanwijzen van verontreinigde gebieden
Aanwijzen verontreinigde gebieden per 1 januari 2024 op basis van slechte waterkwaliteit, ook bij een trend in toenemende eutrofiëring en een risico geëutrofiëerd te raken. Tot dat deze aanwijzing is gebeurd, zullen vanaf 1 januari 2023 onder de verontreinigde gebieden vallen: de Zuidelijke en Centrale zand- en lössgronden en de gebieden uit de Nationale Analyse Waterkwaliteit (2020, PBL) die een gemiddeld tot slechte waterkwaliteit hebben.
In deze verontreinigde gebieden zal de gebruiksnorm gradueel worden verlaagd naar uiteindelijk minus 20% per 1 januari 2025 ten opzichte van de gebruiksnormen zoals in het 7e Actieprogramma (7e APN).
- Afbouw van de derogatie
Gebruiksnormen (kg N/ha) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Verontreinigde gebieden | 230 | 220 | 210 | 190 |
Niet verontreinigde gebieden | 250 | 240 | 230 | 200 |
In 2026 geen derogatie meer en dus naar een gebruiksnorm van 170 kg N/ha.
- Gebieden uitsluiten van derogatie
Percelen uitsluiten van derogatie per 1 januari 2023 in:
- Grondwaterbeschermingsgebieden;
- N2000-gebieden,
- Nog nader te definiëren bufferzones rondom N2000-gebieden, dit gebeurt in het NPLG in 2023, worden per 1 januari 2024 uitgesloten van derogatie.
De grondwaterbeschermingsgebieden zullen ook nog een aanvullend pakket van verplichte maatregelen opgelegd krijgen per 1 januari 2024.
- Jaarlijks bemestingsplan en invoering bemestingsregister
Alle bedrijven dienen een jaarlijks bemestingsplan voorafgaand aan het groeiseizoen op te stellen, inclusief gewasrotatie en geplande bemesting.
Per 1 januari 2024 invoering van een elektronisch bemestingsregister, waarin kunstmestgebruik, mestproductie en mestaanwending geregistreerd wordt. Per 1 januari 2025 dienen alle bedrijven dit register te gebruiken.
- Mestproductieplafonds naar beneden bijstellen
De mestproductieplafonds mogen het niveau van 2020 niet overschrijden. In 2025 dienen de productieplafonds met zo’n 10% ten opzichte van 2020 afgenomen te zijn naar 440 miljoen kg stikstof en 135 miljoen kg fosfaat, als een resultaat uit de extra maatregelen die in het Addendum zijn aangekondigd.
- Intensiveren uitrol versterkte handhavingsstrategie
Verder uitrollen van de versterkte handhavingsstrategie voor mestfraude, met daarbij o.a. invoering van rVDM per 1 januari 2023.
- Invoering bufferstroken
Bufferstroken langs alle waterlopen waar geen bemesting is toegestaan per 1 januari 2023:
- Langs ecologisch gevoelige waterlopen minimaal 5 meter;
- Andere waterlopen minimaal 3 meter;
In waterrijke gebieden kan dit tot maximaal 4% van het totale areaal oplopen, in geval van meer dan 4% dan:
- Maximaal 1 meter bij waterlopen niet breder dan 10 meter;
- Maximaal 0,5 meter in gebieden waar het maximum van 1 meter ook de 4% overschrijd.
- Langs droge waterlopen (droog tussen 1 april en 1 oktober) minimaal 1 meter.
Zie ook onderstaande link
Derogatiebeschikking bekend, hele sector wordt geraakt – LTO